Inkomsten | |||
1 | Algemene uitkering De algemene uitkering betreft een sterk schommelende en onzekere rijksuitkering. De financiële impact van met name de mei- en septembercirculaire kunnen groot zijn voor de gemeentelijke Begroting. Het gaat hierbij vooral om de volgende risico’s:
Op dit moment is men bezig met de herziening van de verdeling van de algemene uitkering. Het voornemen van het kabinet is dat de herziening in werking zal treden met ingang van 2022. Voor wijzigingen in het gemeentefonds geldt dat een nadelig effect van 25 euro per inwoners normaal gesproken zonder compensatie tempo wordt doorgevoerd. Voor de herverdeling bij een effect van 100 euro per inwoner geldt dat dit in 4 gelijke stappen van 25 euro per jaar ingevoerd zou worden. Voor de korte termijn, 2020 en 2021, geldt dat het rijk heeft toegezegd om het accres te bevriezen en het trap op – trap-af effect buiten werking te stellen. Hieruit vloeit derhalve geen aanvullend risico. Voor de effecten van de herverdeling moet rekening worden gehouden op een forse aanspraak op de algemene reserve. We houden rekening met een mogelijke aanspraak van 1,4 miljoen. | 1.400 | |
2 | Dividend De dividendopbrengsten bedragen circa € 400.000. Wij verwachten voor de komende jaren een redelijk consistent beleid van onze verbonden partijen waarbij de begrote dividenduitkering in onze Begroting aansluit bij de verwachte winstuitkeringen. | 120 | |
Bedrijfsvoering | |||
3 | Personeel Bij arbeidsongeschiktheid van medewerkers ontvangt de werkgever over de eerste twee ziektejaren geen tegemoetkoming in de loon/ziektekosten. Een deel van dit risico wordt opgevangen binnen de personeelsBegroting. Voor toekomstige dossiers, met aanvangsdatum die ligt na 1/1/2020, komt de eventuele toekomstige uitkering (op z’n vroegst 1/1/22) ten laste van de werkgever. De herverzekering is per 1/1/2020 opgezegd vanwege de hoogte van de premie. De premie viel hoger uit dan de huidige schadelast en de eventuele ingeschatte toekomstige schadelast/uitkeringen. Voor eventuele uitkeringen in de toekomst wordt op dat moment een voorziening gevormd. | 60 | |
Open eind regelingen | |||
4 | Participatiewet Voor 2021 en verdere jaren is het zeer lastig om te voorspellen wat de verwachting van het aantal uitkeringsgerechtigden ten opzichte van 2020 zal zijn. De afgelopen jaren hebben wij een flinke toename gezien van het aantal uitkeringsgerechtigden wat vooral het gevolg is van de instroom van statushouders en jongeren. Voor Zwartewaterland geldt de afgelopen jaren dat de inkomsten veel lager liggen dan de uitgaven. Op basis van het landelijke rekensystematiek (t-1 en objectief) heeft de gemeente een financieel risico van 7,5 tot 10% van de totale BUIG inkomsten op het BUIG tekort in een jaar. De rest kan de gemeente via de Vangnetregeling compenseren. | 50 | |
5 | WMO De ontwikkeling van het Wmo-budget laat zich lastig voorspellen omdat sprake is van een open einde financiering. In die zin bestaat altijd het risico van een schommeling in het aantal aanvragen of een onverwachte grote uitgave voor bijvoorbeeld een woningaanpassing. Om de risico’s te beperken volgen wij de uitgaven op Wmo-gebied periodiek en maken op basis daarvan voorspellingen. Indien nodig, kan het beleid worden aangepast. Per kwartaal worden dashboards gemaakt voor de raad waarin melding wordt gedaan van de financiële voortgang. In principe hanteert de gemeente Zwartewaterland binnen het Sociaal Domein het beleid dat de uitvoering en de rijksmiddelen budgettair in evenwicht dienen te zijn. | 90 | |
6 | Jeugdhulp Op dit moment zijn wij actief met het verder professionaliseren van onze lokale toegang, administratie (front- en backoffice) en de monitoring waarmee wij ons inzicht in de lokale jeugdhulp verder willen vergroten om daarmee onze beïnvloedingsmogelijkheden te vergroten. De verwachting is echter dat dit tijd nodig heeft, omdat wij hiervoor meer data, kennis en ervaring voor nodig hebben net als andere gemeenten in Nederland. Wij proberen te leren van (de best-practices van) andere gemeenten, die verder zijn dan ons. Het komend jaar zetten wij ons verder in om onze inzicht en beïnvloedingsmogelijkheden te vergroten. Uw raad wordt hierover periodiek bij de behandeling van de dashboards sociaal domein geïnformeerd. Op dit moment vinden de regionale onderhandelingen plaats voor de indexering van de tarieven jeugdhulp per 2021. In de Begroting is rekening gehouden met een verwachte structurele stijging van de kosten met 1,5%, afgestemd op de indexatie van het accres in de meicirculaire 2020. De kans is aanwezig dat regio IJsselland mee gaat met de inschatting van de OVA ( Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling). De OVA komt voort uit het OVA-convenant uit 1999 tussen het rijk en zorgaanbieders. In het convenant zijn de afspraken vastgelegd tussen de werkgevers in het zorgveld en het ministerie van VWS . Vanuit de OVA is voor 2021 de indexatie vastgesteld op 3,24%. In de komende maanden zal de regio de indexatie definitief vaststellen. De mogelijkheid van deze wijziging zal leiden tot een risico van € 80.000. Het financiële risico voor Jeugdhulp zit eveneens in individuele crisishulp van een jongere. Deze kosten kunnen vaak flink oplopen. Om deze crisissituaties op te kunnen vangen houden wij rekening met een bedrag van € 500.000 per jaar, waarvan wij verwachten dat het de kans is dat deze maximaal 1x in de 2 jaren zal kunnen voorkomen. | 290 | |
7 | Bijzondere bijstand en minimabeleid Binnen de bijzondere bijstand zien we de laatste jaren een forse toename in de kosten voor bewindvoering. Door gewijzigde wetgeving kunnen mensen met problematische schulden sinds 2014 ook onder bewind gesteld worden door de rechtbank. Sindsdien is er een forse toename in het aantal mensen dat een verzoek tot bewindvoering indient bij de rechtbank. Deze landelijke tendens is ook in Zwartewaterland waarneembaar. Op dit moment zijn we aan het onderzoeken hoe we meer aan de voorkant kunnen komen, zodat we preventief te werk kunnen gaan en kunnen voorkomen dat mensen problematische schulden opbouwen. Deze preventie kan plaatsvinden in zowel ons minimabeleid als in ons schulddienstverleningsbeleid. | - | |
Overig | |||
8 | Onderhoud kapitaalgoederen In afgelopen jaren zijn er naast stormschade ook toenemende problemen met boomziekten en ongedierte (bijvoorbeeld Eikenprocessierups) en exoten (zoals Reuzenberenklauw en Japanse Duizendknoop). Ook de droge zomers van de afgelopen jaren hebben negatieve invloed op de kwaliteit van het openbaar groen. Op dit moment is de financiële impact nog beperkt maar dit kan voor in de toekomst toenemen. Wegen Bij onderhoud aan wegen ontstaat risico wanneer er sprake is van extreme omstandigheden. Schade als gevolg van een strenge winter laat zich lastig voorspellen, omdat hier diverse factoren invloed op hebben, zoals staat van onderhoud, mate van zout strooien en de daadwerkelijke kou. | 75 | |
9 | Opbrengsten bouwleges Het stikstofbeleid staat op dit moment grotere bouwprojecten in de weg. Hierdoor is mogelijk dat een aantal voorgenomen vergunningsaanvragen nog niet in 2021 worden ingediend. De impact hiervan wordt geschat op € 200.000. | 60 | |
10 | Niet gecompenseerde coronaschade In 2020 zijn er op tal van terreinen binnen de gemeente inspanningen geleverd om de corona crisis te beheersen, de eigen bedrijfsvoering aan te passen en financiële regelingen te treffen met zelfstandigen, uitvoerde partijen, stichtingen en verenigingen. Voor praktisch alle onderdelen is er een vorm van compensatie voor de hogere lasten beschikbaar gesteld door de rijksoverheid. In eerste instantie resteert er dan een gemeentelijke bijdrage van circa € 200.000. Deze last is via aparte declaratieregelingen en een extra bijdrage via het gemeentefonds afgedekt. | 80 | |
11 | Milieu- en bodemverontreiniging Bij gemeentelijke besluiten lopen wij het risico om bedrijven geluid (of lucht)ruimte toe te kennen die achteraf niet opgelegd had kunnen worden. Het betreft met name oudere vergunningen, waarbij mogelijk klachten over geluid/lucht komen dan wel naar aanleiding van handhaving. Het grootste risico is dat het bedrijf niet meer op die locatie kan functioneren en uitgekocht moet worden. Deze kosten zijn niet te voorzien. Een tweede mogelijkheid is dat er wel voorzieningen mogelijk zijn, maar niet afdwingbaar bij het bedrijf. Deze voorzieningen moeten wij dan als gemeente bekostigen. | 30 | |
Totaal | 2.255 | ||
80% van het totale risico (afgerond) | 1.804 |