Onze financiële positie wordt bepaald door solvabiliteitsratio, verhoudingsindex schuldpositie, weerstandsratio en EMU-saldo/referentiewaarde. De solvabiliteitsratio, de schuldpositie en weerstandsratio worden toegelicht in de paragraaf weerstandsvermogen.
EMU-saldo
Binnen de Europese Unie zijn het EMU-saldo en de EMU-schuld de belangrijkste indicatoren voor de gezondheid van de overheidsfinanciën. Het saldo bestaat niet alleen uit een begrotingstekort of –overschot van het Rijk; ook gemeenten, provincies, waterschappen en WGR-plus regio’s dragen aan in het EMU-saldo en de EMU-schuld. Het EMU-saldo wijkt af van het begrip begrotingssaldo waar lokale overheden mee werken. Een belangrijk verschil is dat het begrotingssaldo van het Rijk op kasbasis wordt gemeten en van de lokale overheden op baten- en lastenbasis.
Berekening EMU-saldo
Berekening EMU-saldo | ||||
x € 1.000 | ||||
2020 | 2021 | 2022 | ||
Omschrijving | volgens realisatie 2020 | Volgens begroting 2021 | Volgens meerjarenraming in begroting 2021 | |
1 | Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) | -2.863 | -957 | -185 |
2 | Mutatie (im)materiële vaste activa (-/-) | 832 | 8.188 | 1.128 |
3 | Mutatie voorzieningen | -323 | -2.095 | -449 |
4 | Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) (-/-) | 596 | -1.062 | 763 |
5 | Verwachte boekwinst/verlies bij de verkoop van financiële vaste activa en (im)materiële vaste activa, alsmede de afwaardering van financiële vaste activa (-/-) | 0 | 0 | 0 |
Berekend EMU-saldo | 4.614- | 10.178- | 2.525- |
Conclusie
In het bestuurlijk overleg van 23 mei 2018 is overeenstemming bereikt tussen het Rijk en de koepelorganisaties van de decentrale overheden VNG, IPO en UvW over het gezamenlijke aandeel van de decentrale overheden in het EMU-tekort. Daarbij hebben de decentrale overheden onderling een verdeling voorgesteld van hun afzonderlijke aandelen in het EMU-tekort (de individuele EMU-referentiewaarde).
Een individuele EMU-referentiewaarde betreft geen norm, maar een indicatie van het aandeel dat een provincie of gemeente in de gezamenlijke tekortnorm heeft. De gezamenlijke tekortnorm voor de decentrale overheden voor 2020 bedraagt 0,4% en is verdeeld over gemeenten (0,27%), provincies (0,08) en waterschappen (0,05%).
Voor de gemeente Zwartewaterland is de referentiewaarde voor 2021 vastgesteld op € 1.930.000. Uit de tabel blijkt dat in 2021 deze norm wordt overschreden, dit is het gevolg van de eerder afgesproken investeringen. Mede omdat alle gemeenten flinke schommelingen kennen in de investeringen zijn er geen sancties afgesproken voor afwijkingen. Landelijk wordt gekeken naar het geheel van de gemeenten waarbij de schommelingen mogelijk tegen elkaar wegvallen.