Bestuurlijke samenvatting

Voorwoord

De wereldwijde corona-crisis kent een grillig verloop. Na de centraal geleide aanpak door ons Kabinet in de eerste helft van 2020 (onder andere via de ‘intelligente lockdown’) ligt in de volgende fase de nadruk op de regionale en lokale aanpak met daarbij passende maatregelen. Zo kan maatwerk worden geboden in de afweging tussen het belang van de volksgezondheid én maatschappelijke en economische afwegingen. Daarnaast blijven er een aantal landelijke maatregelen en faciliteiten voor specifieke sectoren en groepen overeind. Op- en afschaling hiervan is afhankelijk van de ernst van de situatie op enig moment. De democratische legitimatie van de maatregelen wordt geborgd via de Tijdelijke wet maatregelen COVID-19.

De Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG) heeft het rijk opgeroepen tot een ruimhartige financiële compensatie van gemeenten voor het uitvoeren van alle extra taken die op het bord van de gemeenten zijn terechtgekomen. De financiële impact hiervan is sterk afhankelijk van het verloop van de crisis. In een gunstige situatie gaat het om een indicatief bedrag tussen de € 1,48 miljard en € 1,83 miljard voor gemeenten in 2020. Laait het virus weer op dan lopen de kosten naar een bedrag tussen de € 2,26 en € 2,78 miljard. Dit is zonder de bedragen voor de Tozo, GGD-en en de Veiligheidsregio’s.
In 2020 heeft het rijk een aantal extra kosten gecompenseerd. Zo is in de mei-circulaire duidelijk geworden dat een eerste tranche van ruim € 700 miljoen aan gemeenten wordt uitgekeerd ter dekking van extra kosten of gederfde inkomsten ten gevolge van de coronacrisis. Inmiddels is duidelijk dat er een tweede tranche van compensatiemiddelen ter grootte van € 330 miljoen volgt. Verwacht wordt dat in de september-circulaire de precieze verdeling naar gemeenten duidelijk wordt.

De gemeenteraad is in de loop van 2020 regelmatig geïnformeerd over de uitwerking van de coronacrisis voor onze gemeente.
Op deze plaats schatten wij met de kennis van nu de effecten voor 2021 voor onze gemeente in. De extra uitgaven en lagere inkomsten die gemeenten in 2021 realiseren zijn nog moeilijk te voorspellen. Ook de omvang van de compensatie van het rijk daarvoor in 2021 is nog niet bekend. We spreken dus van een financieel onrustige situatie voor gemeenten, temeer we naast de coronakosten ook te maken hebben met de financieringsproblemen in het sociaal domein en de herijking van het gemeentefonds.

Zolang de coronacrisis voortduurt zijn er gevolgen voor de wijze waarop de gemeente haar taken en activiteiten uitvoert. Inwonersparticipatie bij projecten en bij beleidsvorming wordt bijvoorbeeld op aangepaste wijze vormgegeven. De dienstverlening (waaronder ook zorg, dagbesteding, aangepast en beschut werken) vindt met aangepaste processen plaats. Overleg wordt vaker in digitale vorm georganiseerd. Gedurende de periode dat het uitvoeren van de maatregelen extra capaciteitsinzet vraagt, kunnen de reguliere activiteiten zoals ze in de programmabegroting zijn opgenomen niet in volle omvang plaatsvinden en/of schuiven ze door in de tijd. De structurele invloed daarvan op inwoners en bedrijven laat zich ook moeilijk voorspellen. Dit is afhankelijk van de snelheid waarmee een vaccin kan worden ontwikkeld en ook of er bijvoorbeeld een tweede grote besmettingsgolf volgt die een (gedeeltelijke) lockdown weer noodzakelijk maakt. Er moet rekening mee worden gehouden dat de activiteiten die voor 2021 in de programmabegroting zijn opgenomen, hierdoor mogelijk niet uitgevoerd kunnen worden of in de tijd vertraagd worden. Het (volledig) realiseren van de doelstellingen die in deze programmabegroting zijn opgenomen staat daarmee ook onder druk. Uiteraard zijn alle inspanningen er op gericht de dienstverlening zo veel mogelijk doorgang te laten vinden.

Belastingen, leges, marktgelden, verhuur gebouwen e.d.

  • Op de bouwleges verwachten wij in 2021 geen negatief effect. De verwachte aanvragen voor een Omgevingsvergunning zijn in 2020 in lijn met de verwachting. In 2021 gaat het onder andere om de te realiseren appartementengebouwen en er zijn enkele grote bedrijven die een aanvraag hebben ingediend.
  • Ten aanzien van de verschillende diensten die vanuit burgerzaken worden verleend, verwachten wij geen lagere inkomsten dan begroot.
  • In 2021 zijn er Tweede Kamer verkiezingen. In het in 2020 aangekondigde tweede herstel- en ondersteuningspakket stelt het rijk al compensatiemiddelen in het vooruitzicht om de kosten van extra maatregelen te dekken, waarmee de verkiezingen toch kunnen plaatsvinden.
  • De ontwikkeling van het toerisme is enigszins onzeker. Meer mensen blijven uit voorzichtigheid thuis. Omdat er minder wordt gereisd naar het buitenland, trekken er echter wel meer mensen op uit in Nederland. Tegelijk ontwikkelen wij de kwaliteit van onze verblijfsrecreatie onder andere via de vergroting van de belevingswaarde van onze cultuurhistorische trekpleisters. Hiervan verwachten wij een aanzuigende werking van toeristen.
  • Bij het opstellen van de begroting 2021 is er nog geen sprake van een hoger aantal betalingsregelingen of aanvragen van kwijtschelding van particulieren voor de gemeentelijke belastingen. Of wij deze lijn kunnen doortrekken naar 2021 is afhankelijk van het aantal inwoners dat als gevolg van de coronacrisis op het bestaansminimum terechtkomt.
  • De ontwikkeling van de haveninkomsten, inkomsten uit gebouwverhuur en evenementen is niet goed te voorspellen. Bij evenementen en jaarmarkten en gebouwverhuur hangt dit af van de vraag of deze activiteiten georganiseerd kunnen worden zonder dat de volksgezondheid in gevaar komt.
  • Wanneer door corona geen of verminderde inzet nodig is voor de vergunningverlening en handhaving bij evenementen, kan deze ingezet worden op toezicht en handhaving op gebieden waarop juist wel extra inzet nodig is. We zagen in 2020 dat er wel extra inzet is geweest van BOA’s en ook van medewerkers van het team veiligheid voor het GBT (gemeentelijk crisis-team). Als er een tweede lockdown komt in 2021 is de verwachting dat wij weer vergelijkbare extra kosten moeten maken. In 2021 kan er (evenals in 2020) sprake zijn van minder verhuur van gemeentelijke gebouwen voor activiteiten van verenigingen en dergelijke.
  • Noodmaatregelen ter ondersteuning van ondernemers en inwoners die zijn getroffen door de gevolgen van de coronacrisis en niet uit te stellen activiteiten hebben direct invloed op de capaciteitsinzet en uitgaven in met name het sociale domein. De oplopende werkloosheid kan een hogere aanspraak op inkomensvoorzieningen en schuldhulpverlening tot gevolg hebben. Het wegvallen van zinvolle dagbesteding, verslechtering van de aansluiting bij de arbeidsmarkt en verandering van de arbeidsmarkt maken dat er mogelijk meer inzet nodig is om mensen weer aan het werk te krijgen. Door uitgestelde reguliere zorg, eenzaamheid en psychische gevolgen van ziekte, verlies of vervreemding kan de aanspraak op de voorzieningen Wmo en jeugd toenemen. Deze eventuele extra inzet en uitgaven is opgenomen als risico die moet worden opgevangen in het weerstandsvermogen.
  • Wij verwachten dat het aantal bijstandsuitkeringen (Participatiewet) gaat stijgen. Landelijk wordt een beeld geschetst van schoolverlaters/afgestudeerden die moeilijk aan werk kunnen komen. In een aantal belangrijke sectoren (horeca, culturele voorzieningen, toerisme- en recreatie, luchtvaart) staan ondernemingen zwaar onder druk en is de verwachting dat het aantal faillissementen de komende maanden nog toe zal nemen. Wij zien in onze eigen registratiesystemen momenteel nog geen stijging in de aanvragen voor bijstandsuitkeringen, maar blijven dat nauwgezet volgen. Wij zijn met het UWV in gesprek om een verhoogde instroom daar, die ook weer tot verhoogde instroom in de Participatiewet zou kunnen leiden op tijd te onderkennen. Voor de Participatiewet bestaat landelijk een vangnetregeling. In deze regeling ligt echter wel een eigen risico voor de gemeente besloten. Dat risico wordt voor onze gemeente ingeschat op € 50.000.  
  • Voor WMO, Jeugdhulp, Leerlingenvervoer en Voor- en Vroegschoolse educatie (waaronder peuterspeelzalen) geldt dat landelijke afspraken over omzetgaranties zijn gemaakt. Gemeente Zwartewaterland heeft zich ook aan deze afspraken geconformeerd. Hoewel de daadwerkelijke prestatie in 2020 niet of in aangepaste vorm geleverd is, heeft wel een betaling plaatsgevonden. Daarvoor zijn in de begroting reguliere budgetten beschikbaar. Deze kosten kwalificeren zich daarom niet als extra kosten ten gevolge van corona. Overigens is zowel voor WMO als voor Jeugdhulp met zorgaanbieders afgesproken dat de zorg “ingehaald” wordt. Zorg die alsnog wordt geleverd, verrekenen we dus met de reeds betaalde zorg waarvoor geen of een andere, aangepaste prestatie is geleverd.
  • In deze programmabegroting houden wij er rekening mee dat zich een tweede lockdown voor zou kunnen doen in 2021. Op basis van de ervaringscijfers uit 2020 houden wij rekening met extra coronakosten van € 200.000. Hiervan hebben wij in de jaarschijven 2021 en 2022 € 100.000 als stelpost opgenomen in de begroting en € 100.000 opgenomen als risico in de paragraaf weerstandsvermogen.
Deze pagina is gebouwd op 10/23/2020 16:56:35 met de export van 10/19/2020 21:52:20